maandag 22 augustus 2016

Ruimtetoerisme is ver weg

Sinds het begin van het tijdperk van de bemande ruimtevaart, inmiddels ruim 55 jaar geleden, heb ik de een na de andere publicatie gelezen, waarin werd aangekondigd dat er op kort termijn toeristen door de ruimte zouden zweven en dat de mensheid op het punt stond om een begin te maken met de 'verovering van het heelal'. Na de eerste bemande reis met een Amerikaans Apollo ruimteschip naar de maan, in 1969, werd door velen verondersteld dat een vakantie op onze naaste buur in de ruimte of op de planeet Mars, nog voor het einde van de twintigste eeuw een normale zaak zou zijn. Maar ondanks alle plannen van de afgelopen decennia is naar mijn mening ruimtetoerisme nog altijd ver weg.

Plannen en nog meer plannen voor ruimtetoerisme

Reeds als tiener las ik, begin jaren zestig, boeken met titels als 'Morgen gebeurt het' en 'Avontuur in de kosmos' uit 1962, geschreven door de ruimtevaartjournalist Sjoerd van der Werf. Ik heb dat boek nog steeds en ik heb het voor het schrijven van deze blog nog eens door gebladerd.
Het boek beschrijft zowel toekomstplannen die inmiddels zijn uitgekomen als ideëen die niet zijn gerealiseerd en waarvan het op zijn minst twijfelachtig is of dat ooit het geval zal zijn. Zo wordt er geschreven over de plannen voor een permanent bemand ruimtestation in een baan om de aarde, vergelijkbaar met het International Space Station (ISS) en plannen voor een groot astronomisch observatorium buiten de aardse atmosfeer, waarin je met gemak de Hubble Space Telescope kunt herkennen.

Artist impression van een ontwerp van Lockheed
voor een 'ruimtehotel' dat in de jaren '70
in een baan om de aarde zou worden gebracht
Maar er wordt ook gesproken over grote ronddraaiende, wielvormige ruimtehotels in een baan om de aarde, plannen van de Amerikaanse luchtmacht voor fabrieken op de maan en plannen van de NASA voor bemande tochten naar Mars.
De eerste tocht naar de rode planeet zou omstreeks de jaren tachtig moeten plaatsvinden door een team van 15 mensen. Er zouden vijf ruimteschepen van elk 360 ton (!) nodig zijn om de expeditie te kunnen uitvoeren. Deze zouden in eerste instantie in een parkeerbaan om de aarde moeten worden gebracht. Daarna zou moeten worden overgeschakeld op nucleaire voortstuwing voor het vervolg van de reis.

Sinds ik het boek van Van der Werf heb gelezen kon ik zo ongeveer iedere tien jaar kennis nemen van steeds ongeveer dezelfde plannen, waarin iedere keer werd aangekondigd dat ruimtetoerisme nu toch echt op het punt stond te beginnen en dat binnen enkele jaren de eerste passagiers de aardse dampkring zouden kunnen verlaten voor de reis van hun leven... Het lijkt wel of de media er geen genoeg van kunnen krijgen en er wordt tot mijn verbazing nooit teruggegrepen op het gegeven dat soortgelijke plannen tien jaar eerder ook al werden aangekondigd zonder tot iets concreets te hebben geleid. Het gaat tot op de dag van vandaag door maar de enige passagiers die tot nu toe in de ruimte zijn geweest zijn in totaal 7 miljardairs die, tegen betaling van miljoenen euro's en na een uitgebreid trainingsprogramma, enige tijd hebben doorgebracht in het ruimtestation ISS.

Het Virgin Galactic 'Spaceship' wordt door een
'moederschip' naar ongeveer 13.000 meter hoogte
gebracht en daar losgelaten voor de verdere
klim naar 100 kilometer hoogte

Virgin Galactic

In het zeer recente verleden werden ook weer plannen aangekondigd voor ruimtetoerisme. Het voortouw werd daarbij vooral genomen door enkele internet-miljardairs en in een iets eerder stadium door de Britse ondernemer en avonturier Richard Branson. Deze plannen voorzien in het uitvoeren van korte 'ruimtesprongetjes' met herbruikbare ruimteschepen op een hoogte van ongeveer 100 kilometer, waarbij de inzittenden korte tijd de sensatie van het gewichtloos zijn kunnen ondervinden en ondertussen kunnen genieten van het ongetwijfeld spectaculaire uitzicht.

 Artist impression van een Virgin Galactic 'Spaceship' in de ruimte
Maar ook in dit geval is een kaartje voor een dergelijk avontuur slechts weggelegd voor de happy few, nog afgezien van het feit dat er tot nu toe nog niemand gebruik heeft kunnen maken van deze mogelijkheid.
Richard Branson is tot nu toe nog het dichtst bij het realiseren van zijn droom gekomen maar na een fataal verlopen test met zijn ruimtevliegtuig zijn ook de plannen van zijn onderneming 'Virgin Galactic' al enkele malen vertraagd.
Toch denk ik dat Branson's bedrijf wel eens het eerste zou kunnen gaan worden om daadwerkelijk ruimtetoerisme op bescheiden schaal te kunnen gaan waarmaken.

Caribean Spaceport 

Rond de afgelopen eeuwwisseling ontstonden overal plannen voor herbruikbare ruimteschepen en voor plaatsen waar deze zouden moeten starten en landen. Er werd zelfs gewag gemaakt van de mogelijkheid een ruimtebasis te vestigen op vliegveld Lelystad.  Ook is er de afgelopen jaren in de Nederlandse media geregeld bericht over de plannen voor ruimtevluchten vanaf het Caribean Spaceport dat zou worden gevestigd op Curaçao. Tegen betaling van 95.000 US dollar zouden vermogende toeristen met het kleine ruimtescheepje 'Lynx' van de Amerikaanse onderneming XCOR Aerospace een tripje kunnen maken naar de rand van de ruimte, die krachtens internationale afspraken begint op 100 kilometer hoogte.

Zo zou de XCOR 'Lynx' er uit gaan zien
Een van de initiatiefnemers van het bedrijf Space Expedition Corporation (SXC) dat vanaf Curacao zou gaan opereren was de Nederlandse oud luchtmachtgeneraal Ben Droste. Tot mijn niet geringe verbazing stapte ook de KLM in dit project. En ook hier werd het oude liedje van uitstel en nog eens uitstel herhaald. De eerste steen voor het Caribean Spaceport moet nog steeds worden gelegd en het laatste nieuws is dat in mei van dit jaar werd aangekondigd dat de ontwikkeling van de Lynx, die reeds in 2003 werd aangekondigd, op een laag pitje was gezet...

Risico

De belangrijkste redenen waarom ruimtetoerisme en commerciële reizen naar de maan en naar Mars tot nu toe niet echt van de grond willen komen zijn naar mijn mening:
*  Bij de ontwikkeling van commerciële luchtvaartverbindingen tussen twee punten was er altijd sprake van twee markten; een markt bij punt A en een retourmarkt bij punt B. Bij het ontwikkelen van een ruimtevaartverbinding is er, in ieder geval voorlopig, slechts sprake van een enkelvoudige markt, hetgeen de financiële risico's vergroot.
* De ontwikkelingskosten van ruimtevaart op commerciële basis zijn altijd een veelvoud geweest van die van luchtvaart. Dus opnieuw een vergroting van het risico.
* De opbouw en instandhouding van infrastructuur en logistieke processen op een ruimtebestemming is een buitengewoon complex geheel, dat met zeer hoge (aanloop)kosten gepaard gaat.
* De lanceerkosten per gewichtseenheid moeten met een veelvoud worden verminderd om ruimtereizen binnen het bereik van een grotere doelgroep te brengen. Om deze doelstelling te realiseren zullen enorme investeringen nodig zijn. Naarmate ondernemingen steeds meer zijn aangewezen op private financiering en omdat de aandeelhouders van die ondernemingen voldoende rendement van hun geïnvesteerde kapitaal, eisen, zal het steeds lastiger worden om een dergelijke onderneming te doen slagen. De financiële risico's zouden wel eens te groot kunnen blijken.
* Een betrouwbare ongevalsrisico analyse zal moeten uitwijzen hoe groot de kans is dat er iets mis gaat tijdens een ruimtevlucht. In de beginjaren van de luchtvaart werd het risico op ongevallen door de samenleving veel meer geaccepteerd dan tegenwoordig. De claims in geval van een fataal ongeval met een commercieel ruimteschip zouden wel eens astronomisch kunnen zijn.
* Lange ruimtereizen blijken gepaard te gaan met vergrote gezondheidsrisico's. De kosten om ruimtereizigers daartegen te beschermen, zowel tijdens de reis als tijdens het verblijf op de maan of op Mars kunnen aanzienlijk zijn. In 2011 verscheen in het Nederlandse Tijdschrift voor Geneeskunde een artikel over dit onderwerp, waarin enkele artsen onder wie de astronaut-arts André Kuipers hun licht lieten schijnen over dit onderwerp en waarin een aantal contra-indicaties voor deelname aan een ruimtevlucht was opgenomen (zie ook de link onderaan deze blog).

Het sleutelwoord in bovenstaande opsomming is risico. De bijbehorende vraag is wie dat risico wil lopen...

De verovering van de ruimte?

In een eerdere blog (De toekomst van het verleden 1) heb ik een afbeelding geplaatst van een dia, die in 1969 werd vertoond, tijdens de toen gehouden Albert Plesman Memorial Lecture door de toenmalige plaatsvervangend president directeur van de KLM, Ir. Frits Besançon. Op die dia werd getoond dat, rekening houdend met de technische ontwikkelingen tot dan toe, de mens voor het einde van de twintigste eeuw met bemande ruimtevaartuigen de buitenste regionen van ons zonnestelsel zou hebben bezocht. Maar zelfs als dat zou zijn gebeurd zou de claim dat de mensheid op het punt staat de ruimte te veroveren, schromelijk overdreven zijn en zelfs getuigen van enige mate van grootheidswaan.
Een klein stukje, ogenschijnlijk lege, ruimte, gezien door de lens van de Hubble telescoop.
Ieder lichtvlekje is een compleet sterrenstelsel met miljarden zonnen.
De verste stelsels op deze foto zijn meer dan 10 miljard lichtjaren van ons verwijderdBron: Foto: NASA 
Sommige science-fiction schrijvers beschrijven hoe de mens zich in de toekomst vrij kan bewegen door de ruimte en zo van het ene sterrenstelsel naar het andere kan reizen. Daarbij worden snelheden bereikt die een veelvoud zijn van de lichtsnelheid. De lichtsnelheid (afgerond 300.000 kilometer per seconde) is echter aantoonbaar de hoogst mogelijke snelheid in ons heelal en de hoogste snelheid die tot nu toe met een door mensen vervaardigde ruimtesonde is bereikt bedraagt 'slechts' circa 1/10.000ste van de lichtsnelheid.
Zelfs als we die maximale snelheid met een, door de mens gebouwde, machine met een factor 1.000 zouden kunnen verbeteren (dus naar 1/10de van de lichtsnelheid) zouden we er circa 1 miljoen jaar over doen om ons eigen sterrenstelsel, de Melkweg, te doorkruisen. En een enkele reis naar de verste uithoeken van het waarneembare deel van ons universum zou in dat geval ongeveer 460 miljard jaar (!) in beslag nemen. Dat is ongeveer 100 keer langer dan de tijd die is verstreken sinds het ontstaan van de aarde. Van een daadwerkelijke fysieke verovering van de ruimte door de mens kan, naar mijn overtuiging, derhalve nimmer sprake zijn.

De Hubble in zijn baan op circa 700 kilometer boven de aarde
Bron: Foto: NASA
In wetenschappelijk opzicht is de mensheid echter wel degelijk bezig met het veroveren van de kosmos want onze kennis van het heelal is in de afgelopen eeuw op een nooit eerder vertoonde wijze gegroeid. Niet voor niets kenschetsen wetenschappers de afgelopen periode als de gouden eeuw van het ruimteonderzoek. Maar dan vooral dankzij de steeds groter wordende capaciteit van de waarnemingsapparatuur en onze computers en met behulp van werkelijk magnifieke onbemande ruimtevaartuigen, sondes en satellieten zoals de eerder in deze blog genoemde Hubble Space Telescope.

Bronnen en informatie
Sj.Van Der Werf - Avontuur in de kosmos. Een overzicht van vijf jaar ruimtevaart, Zwolle, La Riviere & Voorhoeve. 1963
Wikipedia: XCOR LYNX
Wikipedia: Hubble Space Telescope
Wikipedia: Suborbitale ruimtevlucht
De Telegraaf 12-12-2015: Binnen 20 jaar lijnvluchten in space
Tweakers 18 oktober 2011 : Virgin Galactic opent 's werelds eerste commerciële ruimtevliegveld
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde: Dokter, mag ik de ruimte in? Vliegmedische overwegingen bij de commerciële ruimtevaart, Marck H.T.M. Haerkens, Ries Simons en André Kuipers, 2011 (Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3904)
Ruimtevlucht Curaçao
Spacepage.Be: Wat is een suborbitale ruimtevlucht? 
Nu.nl: Commerciële ruimtevluchten
RTL/nieuws Eerste ruimtevlucht is verkocht: aan Rowin (18)

donderdag 4 augustus 2016

Lichter dan lucht

In het Haarlemse Teylers Museum is nog t/m 28 augustus een kleine maar boeiende tentoonstelling te zien die is gewijd aan de geschiedenis van de ballonvaart. De tentoonstelling is ook zeer geschikt voor kinderen. Wellicht een tip om nog tijdens de schoolvakantie eens een bezoekje te brengen aan het oudste museum van Nederland.
Tijdens de tentoonstelling is in de museumwinkel onder meer het boek 'Lichter dan lucht, los van de aarde' van ballonvaarder, verzamelaar en publicist Han Nabben te koop. Het boek is niet alleen een standaardwerk over de geschiedenis van vooral de Nederlandse ballonvaart maar ook nog prachtig uitgevoerd en vlot geschreven.

Eerste luchtballon in Frankrijk

De eerste bemande ballonopstijging
Iedereen die is geïnteresseerd in de geschiedenis van de luchtvaart weet dat de ballonvaart in feite de eerste mogelijkheid aan de mens bood om zich los te maken van de aarde en zo de wereld in een nieuw perspectief te beschouwen.
De eerste gedocumenteerde bemande vlucht, pardon, vaart, vond plaats op 21 november 1783 met een heteluchtballon, een uitvinding van de Franse broers Mongolfier. De ballon steeg onder het toeziend oog van koning Lodewijk XVI en duizenden andere belangstellenden op in de tuinen van Château de la Muette in het Parijse Bois de Boulogne en werd bemand door de natuurkundige Jean François Pilâtre de Rozier en markies Francois Laurent d'Arlandes.
Tien dagen later, op 1 december, steeg de eerste gasballon op. Deze was eveneens in Frankrijk ontwikkeld en wel door Prof. Jacques A.C. Charles. Gasballons werden in het vervolg Charlières genoemd en heteluchtballons stonden bekend als Montgolfières.

Na deze twee geslaagde vaarten binnen twee weken ontstond een ware ballonrage onder het enthousiaste publiek en werd hierover gepubliceerd in zowel Franse publicaties als in kranten, boeken en magazines in het buitenland. Er verschenen lange lofdichten op de luchtballon en op de 'onverschrokken' ballonvaarders. Ook werden allerlei gebruiks- en siervoorwerpen, zoals meubels, borden, vazen en behang gemaakt, waarop ballons waren afgebeeld en tevens had de ballonvorm invloed op de mode. Men bleef gefascineerd en zo schreef Jules Verne in 1863 zijn boek Cinq semaines en ballon (Vijf weken in een luchtballon).

Pilâtre de Rozier werd anderhalf jaar later, op 15 juni 1785, helaas ook een van de twee eerste luchtvaartslachtoffers in de geschiedenis, toen hij tijdens een poging om met een hybride ballon, die zowel gas als hete lucht gebruikte voor de benodigde draagkracht, het Kanaal over te steken, samen met zijn passagier verongelukte.

Bron: Leeuwarder courant 16-07-1785


Nederland volgde snel

De eerste bemande ballonvaart vanaf Nederlandse bodem vond plaats op 12 juli 1785 vanuit de tuin van het Haagse paleis Noordeinde, dat toen nog bekend stond onder de naam Het Oude Hof. De ballon werd bemand door de destijds al zeer beroemde Franse ballonvaarder Jean Pierre Blanchard en legerkapitein Honincktun, een Fransman in Nederlandse dienst. De vaart werd gemaakt met een gasballon. Er volgden nog vele andere vaarten vanaf Nederlandse bodem maar het zou nog bijna 20 jaar duren voor een Nederlandse ballonvaarder het luchtruim zou kiezen.

De eerste Nederlander die een geslaagde (gas) ballonvaart maakte was de in Leiden geboren Abraham Hopman. Hij steeg op 29 september 1804 met de ballon 'Lust tot Onderzoek' op in Rotterdam, nadat twee eerdere pogingen om vanuit Amsterdam op te stijgen in juli van dat jaar waren mislukt. Die mislukkingen kwamen Hopman en zijn compagnon op veel smaad te staan en ten gevolge van de houding van het Amsterdamse publiek besloot hij toen nooit meer een opstijging vanuit Amsterdam te maken.

Eveneens in 1804 werd in Nederland een verbod van kracht op het uitvoeren van vaarten met heteluchtballons, die als veel (brand)gevaarlijker te boek stonden dan de gasballons. Dat verbod zou tot het einde van de negentiende eeuw blijven bestaan. Het is goed om daarbij te bedenken dat de heteluchtballons in die tijd niet alleen werden gemaakt van brandbaar materiaal, maar dat er onder de ballon tevens een open vuur werd gestookt van hout en stro. De tijd van de moderne regelbare gasbranders in de heteluchtballons van nu was nog ver weg...

Eerste Nederlandse luchtvaartslachtoffer

In het boek van Nabben kwam ik diverse weetjes tegen, die in de Nederlandse luchtvaartgeschiedenis niet algemeen bekend zijn. Zo verkeerde ik altijd in de veronderstelling dat het eerste Nederlandse luchtvaartslachtoffer Clement van Maasdijk was, die op 27 augustus 1910 met zijn vliegtuig bij Arnhem verongelukte. Het blijkt echter, dat reeds op 9 september 1893 een Nederlander als gevolg van een ballonongeval om het leven kwam. Het was de 39-jarige hereboer Dirk Dolman, die kort na het opstijgen van de ballon in Utrecht uit de mand viel. Volgens sommige berichten was hij angstig, en/of in beschonken toestand en viel hij niet, maar stapte hij zelf over de rand van de mand.

Ook meende ik te weten dat de eerste luchtfoto's van ons land gemaakt werden in 1917 vanuit een militair vliegtuig. Inmiddels weet ik door het lezen van het boek, dat dit al op 29 juli 1909 gebeurde vanuit een ballon. De maker van de eerste Nederlandse luchtfoto was luitenant W.N. Bakker en op die eerste foto is het dorp Welsum te zien, gelegen aan de IJssel ten oosten van Epe.

Luchtfotografie en kunst

In negentiende eeuw werd de Franse fotograaf en ballonvaarder Gaspar-Félix Tournachon onder zijn pseudoniem Felix Nadar internationaal beroemd, mede dankzij het feit dat hij in het bezit was van de, met afstand, grootste ballon ter wereld, die de toepasselijke naam 'Le Géant' (De Reus) had. De allereerste luchtfoto werd genomen in Frankrijk. Vanuit een ballon (Le Géant kwam pas later) maakte Nadar al in 1858 boven Parijs de allereerste luchtfoto's. "De aarde ontvouwt zich als een enorm, grenzeloos tapijt zonder begin of einde", aldus Nadar. In september 1865 maakte Nadar met zijn Géant ook een opstijging vanuit Amsterdam; hij landde na een uur in de Haarlemmermeerpolder. Zijn "monster ballon" werd tentoongesteld in het Paleis van Volksvlijt.

Stereoscopisch beeld van het opblazen van Nadars luchtballon Le Géant
Bron: Rijksmuseum  Foto: Pieter Oosterhuis, 1865
Le Géant in het Paleis van Volksvlijt te Amsterdam
Toen ik in 2013 een expositie bezocht in het Centre Pompidou-Metz waren daar ook luchtfoto's te zien, waarvan de vroegste in de negentiende eeuw vanuit een ballon waren gemaakt. Vooral militaire strategen en cartografen zagen onmiddellijk het nut van luchtfotografie.
Maar ook kunstenaars uit die tijd deden door het zien van deze foto's inspiratie op voor hun kunstwerken. Volgens de makers van de expositie waren de geometrische lijnen en vlakken, waaruit het landschap vanuit de ballon gezien bleek te bestaan, een belangrijke inspiratiebron bij het ontstaan van de abstracte kunst.

Het 'ballongas'

Voor de Charlières was uiteraard een gas nodig dat lichter was dan lucht. Hierop wordt zowel op de tentoonstelling als in het boek nader ingegaan. Charles gebruikte waterstofgas dat werd geproduceerd door ijzervijlsel op te lossen in zwavelzuur; dit was een tijdrovende en kostbare methode. De Belgische hertog Lodewijk Engelbert van Arenberg was van mening dat er een minder ingewikkelde en goedkopere manier moest zijn om ballongas te maken. Hij nodigde enkele wetenschappers uit om hiernaar onderzoek te doen.
Het standbeeld van Minckelers op de
markt in Maastricht
De Maastrichtse Johannes Petrus Minckelers (of Minckeleers) pakte de uitdaging het meest voortvarend op. Na een aantal minder geslaagde experimenten ontdekte hij dat een uit steenkolen gedestilleerd gas goed bruikbaar was voor het vullen van gasballons. Het procédé was goedkoper en minder ingewikkeld dan de eerder gebruikte methode. Weliswaar was het gas minder licht dan waterstof maar het was toch altijd nog viermaal lichter dan lucht. Voor waterstof was de verhouding 6:1. De voordelen van de steenkoolgas wogen echter ruimschoots op tegen de nadelen en zo werd dit gas gedurende vele jaren algemeen toegepast voor het vullen van de ballons.
Korte tijd na de ontdekking van het steenkoolgas, ontdekte Minckelers dat het gas zo fel brandde dat het ook geschikt was voor verlichtingsdoeleinden. Uiteindelijk zou de toepassing als 'stadsgas' voor verwarming en om op te koken de meest bekende variant worden van zijn vinding. Steenkoolgas was lange tijd de meest gebruikte gassoort voor het vullen van ballons. Tijdens de tweede wereldoorlog werd het zelfs gebruikt als brandstof voor auto's.
Ter nagedachtenis aan Minckelers als de ontdekker van het lichtgas (steenkoolgas) en uitvinder van de gasverlichting, staat op de Markt in Maastricht een standbeeld van hem.

Luchtschepen

Uit de ballons ontstonden rond het begin van de twintigste eeuw de eerste luchtschepen. Ook dit waren constructies die gebaseerd waren op het 'lichter dan lucht' principe, maar ze hadden het voordeel dat ze bestuurbaar waren middels hoogte- en richtingroeren en dat ze, dankzij de ingebouwde motoren, ook tegen de wind in konden vliegen.
Reeds in 1907 hield 2e luitenant ter zee A.E. Rambaldo een lezing voor het Aardrijkskundig genootschap te Amsterdam "over de luchtscheepvaart ten dienste van het wetenschappelijke onderzoek in Indië". Hij was overtuigd, dat in de toekomst zowel het luchtschip als de vliegmachine zich zullen ontwikkelen. "De motorballon, - zeide hij - wordt de automobiel in de lucht, terwijl de vliegmachine daar de rol van de motorfiets zal gaan vervullen".
Hij nam het initiatief voor de oprichting van de Vereeniging ter Bevordering van de Luchtscheepvaart,  opgericht op 19 oktober 1907 in Den Haag en spoedig daarna herdoopt in Nederlandsche Vereeniging voor Luchtvaart (later KNVVL), Zij had een wetenschappelijk, militair, zakelijk en sportief doel en zou zich bezighouden met het vraagstuk van motorballons en vliegtuigen en de opleiding van luchtschippers.

In de jaren dertig beleefden de 'mastodonten van de lucht' een kortstondige bloeiperiode, dankzij de transatlantische lijndiensten die werden uitgevoerd tussen Duitsland en Noord- en Zuid-Amerika. In de eerste helft van de jaren dertig bestonden er tevens plannen om met in Duitsland gebouwde Zeppelins lijndiensten te gaan onderhouden tussen Nederland en het toenmalige Nederlands-Indië.
Hiertoe werd in 1930 de Nederlandsche Lucht Lloyd opgericht. In 1934 besloot ook de KLM toe te treden tot het syndicaat van ondernemingen die een bijdrage wilden leveren aan de totstandkoming van de 'N.V. Nederlandsche Luchtschip Reederij'. De bereidheid van Duitsland om de onontbeerlijke technische en operationele samenwerking gestalte te geven nam echter zienderogen af. Dit leidde er tenslotte toe dat eind 1936 werd besloten om de plannen voor onbepaalde tijd op te schorten.
Inmiddels was eveneens in 1936 de grootste Zeppelin aller tijden, de 'Hindenburg' in de vaart genomen. Met zijn lengte van 245 meter was de Hindenburg drie en een half maal zo groot als een Boeing 747; het was de grootste vliegende constructie tot op de huidige dag.
Gedurende het winterseizoen werden geen vaarten uitgevoerd tussen Duitsland en New York maar begin mei 1937 vertrok de Hindenburg voor de eerste reis van het nieuwe seizoen op deze route. De Duitsers waren zich bewust van de achilleshiel van hun Zeppelins. Dat was de noodzaak om voor de vulling gebruik te maken van het uiterst brandbare waterstofgas in plaats van het onbrandbare helium. Helium kon in die tijd alleen op voldoende grote schaal worden geproduceerd in de Verenigde Staten maar dat land weigerde uit (terechte) strategische redenen om dit gas te leveren aan het Hitler regime.
Toen de Hindenburg op 6 mei 1937 aanmeerde op Lakehurst bij New York vatte het waterstof vlam. De daaropvolgende beelden zijn bij eenieder bekend en leidden tot het einde van de passagiersdiensten met luchtschepen. Van de 97 opvarenden kwamen er 35 om, waaronder ook gezagvoerder Lehmann, die een dag na de ramp in het ziekenhuis bezweek. Zijn laatste verstaanbare woorden waren volgens degenen die bij hem waren:  "Voor het volgende schip hebben we absoluut helium nodig"...
Als je de beelden ziet is het in feite een wonder dat het merendeel van de opvarenden de ramp met de Hindenburg overleefde maar het imago van de luchtschepen had een onoverkomelijke klap opgelopen.

Nawoord 1: Luchtschepen in de 20e eeuwse kunst

Ook luchtschepen spraken tot de verbeelding van kunstenaars, die er inspiratie voor opdeden ten behoeve van hun werk. Tijdens een recent bezoek aan het museum voor realistische kunst More in het Gelderse Gorssel zag ik twee mooie schilderijen uit de twintigste eeuw met een zeppelin in de hoofdrol. Ik wil ze mijn lezers niet onthouden.

De Zeppelin - Carel Willink 1933
Coll. Museum More in Gorssel
Luchtship IV - Herman Berserik 1967 
Coll. Museum More in Gorssel

Pogingen voor een 'zeppelin-revival'

Na de oorlog werden er nog wel diverse pogingen gedaan om de belangstelling voor het commerciële gebruik van luchtschepen nieuw leven in te blazen. De laatste pogingen dateren van rond de afgelopen eeuwwisseling. Er werden eind jaren negentig diverse initiatieven ontwikkeld die tot doel hadden nieuwe luchtschepen te ontwikkelen.
Zo werd in dit kader in 1998 'Rigid Airship Design N.V.' opgericht dat zou worden gevestigd in Lelystad maar in 2001 ging dit bedrijf alweer roemloos ten onder. Tevens werden er studies verricht naar de haalbaarheid van vrachtdiensten met Zeppelins. Ook de KLM was daarbij betrokken en ook ik mocht daarbij een rol spelen. We kwamen toen tot de conclusie dat er geen economische voordelen waren te behalen met dit concept en ik mocht die mening verwoorden op een congres dat werd gehouden over dit onderwerp. De overige deelnemers aan het congres waren over het algemeen zeer positief gestemd over de kansen voor nieuwe luchtschipdiensten en ze waren dan ook behoorlijk teleurgesteld  toen ze de mening van de KLM vernamen.
Een (imaginaire) moderne zeppelin stijgt op.
Veel projecten kwamen niet verder dan de tekentafel en/of artistimpressions.
Bron:  Image Credit URL.
 Een zeppelin van Airship-Ventures
Bron: Airliners.net, foto: Manas Barooah

Nawoord 2: Vliegende kont op z'n neus

Vlak na de afsluiting van deze blog maakte in Engeland op 17 augustus van dit jaar het prototype van de 'Airlander 10' , een hybridevorm van een vliegtuig en een luchtschip (Hybrid Air Vehicle), zijn eerste vlucht. Er werd trots vermeld dat het hier ging om de grootste vliegende constructie ter wereld en voor nu klopt die claim wel; de Airlander is 92 meter lang (zoals hiervoor vermeld had de Hindenburg een lengte van 245 meter). Er kan ongeveer 10 ton betalende lading worden vervoerd met een snelheid van circa 145 km/uur. Voor de vulling van het luchtschip wordt helium gebruikt.

Airlander, bijgenaamd "Vliegende kont"of  "Flying bum"
De Airlander, die vanwege zijn bijzondere vormgeving de bijnaam de 'Vliegende kont' kreeg,  kan zowel op land als op water, sneeuw of ijs landen. De ontwikkeling startte indertijd in de Verenigde Staten met een subsidie van het ministerie van defensie, die echter na enige tijd niet werd verlengd. Daarna werd de ontwikkeling in Engeland voortgezet.
Helaas raakte de Airlander reeds tijdens een van zijn eerste testvluchten, op 24 augustus 2016, zwaar beschadigd toen tijdens de landing de neus met een flinke klap de grond raakte.

Eigen ballon ervaring

In 1997 kreeg ik als cadeau voor mijn 50ste verjaardag een ballonvaart aangeboden en in september van dat jaar stegen mijn echtgenote en ik als passagiers op met een heteluchtballon vanuit de tuin van Huis Doorn, het voormalige onderkomen van de laatste Duitse keizer. De wind blies ons in zuid-zuidwestelijke richting over het rivierengebied en na een vaart van ongeveer vijf kwartier landden wij op een stoppelveld in de omgeving van slot Loevestein.
Vlak voor de landing realiseerde ik me dat er onder de mand geen wielen zaten en dat de wind toch best redelijk sterk was. We stuiterden dan ook drie keer over de harde klei en de stoppels en tenslotte werd de mand omver getrokken door de combinatie van de ballon en de wind. Mijn echtgenote werd daarbij bedolven onder het gewicht van de overige zes inzittenden, inclusief de balloncommandant.
We hebben er gelukkig om kunnen lachen en ik heb nog steeds uitstekende herinneringen aan mijn eigen ballonvaart. Wat vooral opviel was de stilte in de mand, slechts af en toe onderbroken door de gasbrander, de windstilte (de snelheid van de ballon is gelijk aan de windsnelheid) en het fascinerende gegeven dat je vanaf een hoogte van honderden meters stemmen van mensen, blaffende honden en loeiende koeien kunt horen alsof je er vlak bij bent. Geluid draagt kennelijk verticaal veel verder dan horizontaal. Die ballontocht was een onvergetelijke gebeurtenis en eigenlijk het best te vergelijken met mijn luchtdoop in 1963 in een Dakota van Martins Air Charter.

Bronnen en verdere informatie
Lichter dan lucht, los van de aarde, Han Nabben, ISBN 978-90-8788-151-1
Leeuwarder courant 16-07-1785: Eerste ballonvaart van Blanchard in Den Haag
De Gooi- en Eemlander 16-09-1893 : Fatale ballonvlucht Dirk Dolman
Zuid-Hollandsche courant 18-02-1785: Pilatre de Rozier
Zuid-Hollandsche courant 21-02-1785: Pilatre de Rozier 
Leeuwarder courant 25-06-1785: Pilatre de Rozier
Historiek25 augustus 2013 : Luchtfoto's vanuit een luchtballon door Nadar
Ons Amsterdam: Ballonvaart van Nadar boven Amsterdam op 14 september 1865
Wikipedia: Jan Pieter Minckeleers
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant 04-07-1845: Vroege geschiedenis van de ballonvaart
De Preanger-bode 05-11-1907: Luchtscheepvaart naar Indië (een verslag van een lezing van A. K. Rambeldo over de toekomst van luchtschepen)
De luchtvaart ten dienste van het wetenschappelijk onderzoek in Ned.-Indië.  Rambaldo (A. E.). ,1908.
Boek: De mogelijkheid van een ballontocht dwars door Nieuw-Guinea,  Wegener (Dr. K.) en A. E. Rambaldo.1908, 
Huijgens KNAW: Biografie van RAMBALDO, Alfred Emile (1879-1911)
Voorbeeld van een recente moderne zeppelin voor vrachtvervoer: de Aeroscraft
Hybrid Airvehicles (firmasite): Info filmpjeover Airlander 10
NOS 18-8-2016: Glorietijd zeppelins herleeft: nieuw luchtschip maakt proefvlucht
De Ingenieur 25-8-2016: Nieuwe zeppelin crasht tijdens test