zaterdag 1 november 2014

Het begin van de weg omhoog 1

In 1970 trad ik in dienst van de KLM en zo ging voor mij een lang gekoesterde wens in vervulling: een loopbaan in de luchtvaart.

Zoals zoveel jongetjes ging ik vanaf mijn tiende soms met mijn ouders en een keer met een schoolreisje naar Schiphol om vliegtuigen te bekijken en te fotograferen voor mijn plakboek. Vanaf mijn twaalfde vroeg ik luchtvaartboeken voor mijn verjaardag en voor Sinterklaas en vanaf mijn veertiende (het was inmiddels 1961) was ik jarenlang geabonneerd op het luchtvaartblad "Cockpit". Weer enkele jaren later ging ik met middelbare schoolvriendjes naar open dagen van de Luchtmacht.
Maar woonachtig op de, gevoelsmatig ver van Schiphol verwijderde, Veluwe leek een toekomst in de luchtvaartwereld lange tijd een droom te blijven. Bovendien was ik behept met een blinde vlek voor de wiskundevakken, waardoor mijn aanvankelijke hoop om vlieger te worden al op de middelbare school de grond was ingeboord.

Sollicitaties bij Martinair en KLM

Vanwege de groei door het opkomende (vlieg) toerisme,
zocht de KLM in die tijd veel personeel
De Telegraaf 04-01-1968
Na een tot niets leidende sollicitatie bij de vrachtafdeling van Martinair, in het najaar van 1969, besloot ik mij uiteindelijk te wenden tot mijn oudere neef Hans Offerman, die ik maar weinig zag. Hij bekleedde in die tijd een commerciële functie bij KLM Nederland, waar men zich bezig hield met het verkopen van KLM producten in de Nederlandse markt. Hans kon zelf niets voor mij doen maar zette mij wel op het spoor van de afdeling Werving en Selectie, een onderdeel van de dienst Personeelszaken. Hij wist mij te vertellen dat er plaats was voor nieuwe medewerkers bij de passagiersafhandeling op Schiphol.
Ik trok de stoute schoenen aan en belde. Dat telefoontje werd enkele dagen later gevolgd door een sollicitatieformulier en het ingevulde en teruggestuurde formulier leidde tot een uitnodiging voor een gesprek en een psycho-technisch onderzoek. Beide zaken vonden plaats op dezelfde dag, het onderzoek in de ochtend en het gesprek in de middag.


Psychologisch onderzoek door J.J. Wittenberg

Op de bewuste dag, begin 1970, begaf ik mij naar Amsterdam, waar ik mij meldde bij een statig pand in de Jan Luyckenstraat, niet ver van het Concertgebouw. In dat pand was het bureau van de heer J.J. Wittenberg gevestigd. Zijn bureau met de weidse naam, Instituut voor Toegepaste Psychologie, verzorgde voor de KLM de psycho-technische onderzoeken, zoals dat toen werd genoemd


De heer Wittenberg werd in de media begin jaren '60 opgevoerd als het hoofd van de Bedrijfspsychologische Dienst van de KLM  maar ik weet niet of hij ook daadwerkelijk bij de KLM in dienst is geweest. In de jaren '70 werkte hij in ieder geval vanuit zijn eigen kantoor voor de KLM en waarschijnlijk tevens voor een aantal andere opdrachtgevers. Want eind jaren '70 werd ook mijn latere echtgenote aan een onderzoek bij Wittenberg onderworpen, toen zij een sollicitatieprocedure doorliep bij de NV Luchthaven Schiphol. In die periode hebben waarschijnlijk heel veel andere KLM-ers, net ik, enige benauwde uurtjes in zijn bureau doorgebracht.

Wittenberg sprak met een nogal zwaar, naar ik toen meende, Duits accent. Hij klonk, zoals ik denk dat Professor Zbygniew Prlwytzkofskyde wetenschapper uit de Bommel-strips van Marten Toonder, gedacht wordt te spreken.

Bij archiefonderzoek voor deze blog bleek hij echter een Tsjech te zijn. Na de Russische inval van Tsjecho-Slowakije in 1968, kwam hij namelijk uitgebreid in het nieuws als voorzitter van het comité “Hulp voor Tsjechen in Nederland”.


Eerste wereldcongres van grafologen in Amsterdam
De Tijd 18-04-1966

Hij gaf onder meer lezingen over kleurenpsychologie en hij genoot bekendheid als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Grafologie en Schriftexpertise (N.V.G.S.) . Hij was in die kwaliteit de initiatiefnemer van het eerste Wereldcongres van Grafologen, dat in 1966 in Nederland werd gehouden. Grafologie werd indertijd vrij serieus genomen; het werd in Nederland langdurig gebruikt voor personeelsselectie en, volgens Wikiopedia, werd het ook toegepast ter toetsing van huwelijkskandidaten voor prinsessen in opdracht van Koningin Juliana.

De beoefenaren stelden,dat zij aan het handschrift iemands karaktereigenschappen konden herkennen. Dat was onder meer de reden, dat toendertijd in de meeste personeelsadvertenties werd verzocht om handgeschreven sollicitatiebrieven. Die brieven werden dan beoordeeld door een grafoloog, die vervolgens adviseerde over de potentiële geschiktheid van de betreffende kandidaat.

Het "klassieke" psychologische onderzoek

Het kantoor van de heer Wittenberg zag er uit als een klassieke spreekkamer van een psychiater, vrij donker en volgestouwd met veel boekenkasten en omvangrijk houten meubilair, inclusief een oude lederen ligbank en de verplichte buste van Freud op de schoorsteen. Ik kreeg de indruk dat er sinds het begin van de twintigste eeuw slechts stof was afgenomen zonder verder iets te verplaatsen of te veranderen.  Het onderzoek bij Wittenberg verliep, naar mijn gevoel, niet geheel bevredigend.

Ik moest bijvoorbeeld blokjes in allerlei vormen leggen, waarbij de tijd die ik er over deed werd gemeten. Dat lukte maar gedeeltelijk, hetgeen mijns inziens, een hernieuwd bewijs was voor mijn gebrek aan wiskundig inzicht.

Daarna kreeg ik een karakteristieke psychologische test uit die tijd, volgens mij voortgekomen uit de zgn Lombroso-theorie. Ik kreeg namelijk een reeks kaartjes met portretten te zien van mannen die volgens mij zojuist waren weggelopen uit een kliniek voor gewelddadige en levensgevaarlijke lieden.
Daarbij moest dan worden aangegeven wie je het meest en het minst sympathiek vond; ik vond ze echter allemaal even weerzinwekkend…


Cesare Lombroso was een Italiaanse arts. psychiater en criminoloog. De theorie van Lombroso was één van de voorlopers van de testpsychologie. Zij paste in de negentiende eeuwse traditie van de fysiognomie: het afleiden van psychische eigenschappen uit lichamelijke kenmerken. In 1876 publiceerde hij zijn belangrijkste werk: l’Uomo Delinquente (De misdadige mens). Hierin besprak hij een waslijst van criminele gelaatstrekken: extreem grote kaken, hoge jukbeenderen, diepliggende ogen, een vooruitstekend voorhoofd, dichte haarimplant en naar buitenstaande oren (het zgn. Lombroso-type).

En ik moest ook de bekende Rohrschach test doen, die toen zeer populair was, waarbij je verschillende grillige inktvlekken moest interpreteren. Een medewerkster van de heer Wittenberg vroeg steeds: ‘Wat ziet u in deze vlek?’ terwijl ik me wanhopig afvroeg wat het beste antwoord was...

De Rorschachtest of Rorschach-inktvlekkenmethode (RIM) is een psychologische test die door Zwitserse psychiater Hermann Rorschach geïntroduceerd werd in 1921. De test is gebaseerd op de menselijke neiging interpretaties en gevoelens te projecteren op, in dit geval,inktvlekken. Aan de hand van de gegeven interpretaties probeert de psycholoog de diepere persoonlijke karaktertrekken en impulsen van de testpersonen te begrijpen.


Bron: De Telegraaf 27-08-1968
Het onderzoek werd afgesloten met een gesprekje met de heer Wittenberg persoonlijk. Hij sloot het gesprek, op enigszins geheimzinnige toon, af met de weinig zeggende mededeling: 
“Well, mijnheerrr Offerman, we zullen zien wat er uit de bus komt”.

Naar Schiphol

Bij het verlaten van het pand van Wittenberg voelde ik mij een uitgeknepen citroen gelijk. En ik moest nog een gesprek hebben met Herman van der Kolk van de dienst personeelszaken van de KLM. Voor dat gesprek moest ik naar Schiphol. Het enige dat ik mij daarvan herinner is dat ik me daarna een stuk beter voelde dan eerder die dag. Van der Kolk was namelijk een erg aardige man en het gesprek verliep in een ontspannen sfeer.
Vervuld van nieuwe hoop keerde ik terug naar mijn ouderlijk huis in Harderwijk…


Enige bronnen en meer informatie
Een blogpost over Wittenberg: http://www.laurastek.nl/OVT-De-Stewardess
Artikelen over J.J. Wittenberg in de historische kranten van de Koninklijke Bibliotheek: http://kranten.delpher.nl/
Over grafologie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Grafologie
Over grafologie als pseudowetenschap: http://www.skepsis.nl/grafo.html
Publicatie : Grafologie: zwarte kunst of wetenschap?J.J. Wittenberg, Stichting IVIO, 1966 - 16 pagina's
Publicatie: Een exposé van J.J. Wittenberg over Mahlers handschrift , oorspronkelijk afgedrukt in het Nederlands tijdschrift voor Grafologie van dec. 1959 - jan. 1960
Artikelen in: Acta graphologica: orgaan van de Nederlandse Vereniging tot Bevordering der Wetenschappelijke Graphologie
Publicatie waarin J.J. Wittenberg wordt genoemd: Tussen de lijnen. Over grafologie - Pagina 23 Stefan Lievens - 1999



3 opmerkingen:

  1. Hallo Peter,
    heel leuk dat je dit gaat doen, ik ga je zeker volgen! En o wee als je die anekdotes van je wat te veel overdrijft, dan zal ik niet schromen om..., nou ja, je ziet wel.
    In ieder geval treedt in deze eerste aflevering al meteen een bekende op: Herrr Wietenberg (zo sprak hij dat uit). Ik ben ook door hem "gekeurd" en kennelijk goed genoeg bevonden om de gelederen te versterken. Bij mij had hij ook een legendarische slotzin, ik zal 'm je nog eens vertellen.
    Afijn, ik zie uit naar volgende afleveringen met veel deja vu.
    Succes!
    Peter Miebies

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. PS Ik heb ook een blog met de nodige KLM-historie, zie http://patmcast.blogspot.nl/2012/02/saved-from-dustbin-1.html.

      Verwijderen
    2. Dag Peter,
      Bedankt voor je enthousiaste reactie. Ik heb ook wel eens naar jouw blog gekeken en ik moet dat nog maar zien te evenaren. Leuk dat jij ook met het fenomeen Wittenberg bent geconfronteerd. Ben nu natuurlijk wel benieuwd naar jouw slotzin. M.b.t. de anekdotes zal ik mij trachten in te houden maar kan dat niet helemaal garanderen. Ik hoop dat je van de volgende afleveringen zult gaan genieten. Reacties en/of aanvullingen zijn uiteraard altijd welkom.
      Hartelijke groet,
      Peter.

      Verwijderen